Bedoelde je soms ?
De onderstaande handleiding geeft uitleg over de verschillende configuratie-instellingen. Andere handleidingen over Ons Ketenverkeer zijn:
Ons Ketenverkeer: toegelicht
Ons Ketenverkeer: autorisaties
Ons Ketenverkeer: gebruik
Ons Ketenverkeer: technisch-functionele proces
Ons Ketenverkeer: Medvri berichten versturen
Ons Ketenverkeer werkt met een brede set aan autorisaties. Een overzicht van deze autorisaties is te vinden in Ons Ketenverkeer: autorisaties.
In het configuratiescherm (te benaderen via het linkerhoofdmenu 'configuratie') van Ons Ketenverkeer kunnen gebruikers die over de juiste autorisatie beschikken, aanpassingen doen.
Wanneer een gebruiker enkel beschikt over de autorisatietaak 'Ons Ketenverkeer configureren', wordt diegene direct naar deze pagina gerouteerd.
De instelling 'Zorgdomein' bepaalt of berichten van Zorgdomein voor deze omgeving zullen worden verwerkt. Indien deze niet aanstaat, dan ontvangt Zorgdomein een melding op de HL7/FHIR API dat dit toegangspunt niet gebruikt mag worden. Deze instelling is door de applicatiebeheerder zowel aan als uit te zetten.
Voordat u het eerste bericht van Zorgdomein kunt ontvangen, vraagt Zorgdomein erom om hun autoactivate procedure te doorlopen. Bekijk hierover de uitleg in het onderstaande filmpje of volg de stappen die hieronder staan benoemd:
Of lees de uitleg over de stappen hieronder:
Open zorgdomein website en ga naar Beheer Organisatie & Personen Activeer koppeling .
Er volgt nu een stappenplan wat je moet doorlopen om de koppeling te activeren.
Stap 1: Selecteer Nedap Ons (staging) als informatiesysteem.
Stap 2: Geef de klantcode op (in hoofdletters) bij de benodigde koppelgegevens.
Stap 3: Bevestig de organisatienaam.
Stap 4: Voer de verificatie code in. Deze vind je in de applicatie Ketenverkeer (via het hub-menu toegankelijk).
De koppeling is nu actief.
Wordt de koppeling met Zorgdomein uitgeschakeld? Informeer dan ook Zorgdomein hierover. Vanaf het moment van uitschakeling kan Zorgdomein geen berichten meer doorsturen. Informeer hen wat te doen met de berichten die niet meer bij Ons Ketenverkeer kunnen worden afgeleverd, doordat de koppeling is gedeactiveerd.
Het is mogelijk om het locatie-identificatienummer van een locatie in Ons Administratie te koppelen aan een Zorgdomein-cluster. Zorgdomein-berichten worden dan met dit identificatienummer doorgestuurd naar Ons Ketenverkeer. Met behulp van het identificatienummer toont Ons Ketenverkeer het bericht vervolgens alleen aan de gebruikers met het autorisatierecht Ons Ketenverkeer niet aan een cliënt gekoppelde berichten voor mijn team beheren die daarnaast ook het autorisatiebereik hebben voor de Ons-locatie met hetzelfde identificatienummer. OP deze manier kun je ZorgDomein-berichten op teamniveau inzichtelijk maken.
Deze functionaliteit werkt aanvullend op de functionaliteit waarbij een teamlabel aan ongekoppelde berichten wordt toegewezen op basis van de organisatorische eenheid. Als het identificatienummer geen resultaten oplevert, valt de applicatie terug op deze organisatorische eenheid.
Je moet drie stappen uitvoeren om deze functionaliteit te gebruiken:
Identificatienummers toevoegen aan locaties (teams): Ga naar Beheer Instellingen Locatiegram en klik op een locatie om de eigenschappen ervan aan te passen. Naast de naam vind je in het veld Identificatie het identificatienummer dat bij de locatie hoort.
Identificatienummer invoeren bij het cluster in ZorgDomein: Vul het identificatienummer in bij het cluster in ZorgDomein. Raadpleeg hiervoor de handleiding van ZorgDomein zelf over het inzien en beheren van clusters.
Juiste autorisatie-inrichting medewerker: Zorg ervoor dat de medewerker de autorisatietaak Ons Ketenverkeer niet aan een client gekoppelde berichten voor mijn team beheren heeft. Maak hiervoor een nieuwe rol aan, of zet deze taak in een bestaande rol.
Let op! Als de medewerker ook de autorisatietaak Ons Ketenverkeer niet aan een cliënt gekoppelde berichten beheren heeft, ziet de medewerker alsnog alle berichten. Deze taak moet de gebruiker dus niet krijgen. Deze taak is bedoeld voor de centrale verwerking van berichten.
Zorg er vervolgens voor dat het standaardbereik voor Cliënten binnen locaties van een medewerker ingesteld staat op een locatie die het juiste identificatienummer heeft dat bij het cluster hoort. Dat ziet er als volgt uit, als het identificatienummer in ZorgDomein en Ons Administratie HTK01 is:
Goed om te weten: Is er geen identifer ingericht bij een cluster in Zorgdomein? Maar is de naam van het cluster in ZorgDomein wel identiek aan de naam van de locatie in Ons Administratie? Dan is de uitwerking hetzelfde en wordt er geautoriseerd op basis van de exacte clusternaam. Ook dan is het bericht zichtbaar voor de medewerker die niet aan een client gekoppelde berichten voor zijn of haar team mag zien.
Vervuiling overzicht
Momenteel zijn de teamnamen vaak leesbare namen die duidelijkheid bieden bij het bekijken van de ongekoppelde berichten. Het kan zo zijn dat door bovenstaande koppeling met ZorgDomein de teamnamen ook afkortingen of nummer gaan bevatten en het overzicht van ongekoppelde berichten vervuild raakt. Als dat het geval is, ga je in Ons Ketenverkeer naar de instellingen en schakel je de optie Teamlabel uit. De teamlabels worden vervolgens niet meer weergegeven.
Hier is in te stellen voor welke kopieberichttypen automatisch rapportages moeten worden aangemaakt in het zorgdosssier van de cliënt.
Het is mogelijk om aanvullend op het schrijven van een rapportage, ook te signaleren. Het signaleren kan per berichttype worden ingeschakeld bij het onderdeel 'Signaleringsinstellingen'. Het signaleren wordt ingezet om berichten die op de achtergrond worden ontvangen, bij gebruikers onder de aandacht te brengen.
Zichtbaarheid signaleringen
De signaleringen worden zichtbaar op het dashboard onder Signaleringen Openstaande acties voor uw deskundigheid .
Kopieberichten worden niet gesignaleerd: dit zijn namelijk berichten die door gebruiker zelf zijn verstuurd en daarom niet nogmaals onder de aandacht hoeven worden gebracht.
Deze instelling bepaalt of de bijlagen die worden opgenomen, zichtbaar zijn voor iedereen of alleen zichtbaar zijn voor medewerkers en anderen in die deskundigheidsgroep. Deze instelling is door de applicatiebeheerder zowel aan als uit te zetten.
Zie Zorgmail: documenten en brieven versturen voor meer informatie.
Aandachtspunten bij deze instellingen
In testomgevingen wordt de Zorgmail-instelling genegeerd vanwege het risico dat er onbedoeld productieberichten worden verwijderd uit de Zorgmail-box door eventueel gedeelde accountgegevens.
Deze instelling is aan- en uit te zetten door een applicatiebeheerder die beschikt over de autorisatietaak Ons Ketenverkeer Configureren. Wordt de instelling uitgezet? Dan krijgt de appliatiebeheerder wel een waarschuwing alvorens door te gaan. Het uitzetten heeft namelijk gevolgen voor de menustructuur. Zo zullen de menu-items Concepten, Outbox en Verzonden niet zichtbaar zijn zonder deze instelling. Ook de knop Nieuw bericht opstellen is niet zichtbaar. De zichtbaarheid van deze knop is namelijk afhankelijk van het aanstaan van Zorgmail én Medvri én de rechten van de gebruiker (Ons Ketenverkeer Berichten van [Cliënten] opstellen).
Let op: Wanneer deze instellingen veranderen (met name Medvri), worden berichten die nog in de externe mailbox van eNovation staan opnieuw verwerkt of genegeerd. Het kan dus zo zijn dat bij het het inschakelen van deze instelling(en), er ineens wat oude berichten in de inbox verschijnen. Dit heeft te maken met het volgende: Wanneer er bericht id's worden opgehaald uit de Zorgmail box dan krijgen deze id's een status die ervoor zorgt dat we ze niet opnieuw ophalen als we ze bijvoorbeeld niet ondersteunen of de instelling ervoor uitstaat. Bij wijziging van deze instelligen wordt de status van onverwerkte id's weer op nieuw gezet waardoor Ons Ketenverkeer de berichten opnieuw probeert te verwerken. Dat betekent dus dat, wanneer bijvoorbeeld MedVri wordt aangezet, je ook oude MedVri berichten die nog bij Zorgmail stonden, in de inbox te zien krijgt.
Noodzakelijke voorwaarde Deze instelling is alleen te gebruiken als er een koppeling ingesteld staat met Zorgmail. Deze koppeling is in te stellen op deze plek: de Zorgmail-instellingen uit Ons Administratie. Klik op de link 'Accountgegevens' in Ons Ketenverkeer om direct naar deze instellingen te gaan om deze in te zien of te wijzigen.
Instellingsopties
De overkoepelende instelling Zorgmail bepaalt of Ons Ketenverkeer actief gaat controleren of er nieuwe edifactberichten in de Zorgmail-mailbox te vinden zijn. Wordt het vinkje Zorgmail aangezet? Dan verschijnen de onderstaande opties MedVri, MedVri auto report en Verwijderen.
Hiermee wordt het MedVri-notitieberichttype ondersteund.
Deze optie is zichtbaar als de instelling Zorgmail aanstaat.
Hiermee wordt voor een MedVri-notitiebericht waarvan de cliënt meteen gekoppeld kan worden, meteen een ketenrapportage gemaakt en - indien succesvol - wordt het bericht ook meteen gearchiveerd.
Deze optie is alleen zichtbaar als de instelling Zorgmail aanstaat.
Wanneer deze instelling aan staat zal na de succesvolle verwerking van een edifactbericht een bericht naar Zorgmail gestuurd worden om het bericht te verwijderen.
Wordt dit schuifje geactiveerd? Dan haalt Ketenverkeer ook labuitslagen van MEDLAB op uit de Zorgmail-mailbox. Meer informatie over deze functionaliteit is te vinden in Koppeling Zorgmail: configuratie en gebruiksopties (MEDLAB en Zorgmailberichten versturen)
Eenmaal geactiveerd is het mogelijk om via diverse extra inrichtingsopties (die pas verschijnen als de eerdergenoemde instelling aan staat) verschillende stappen in het proces in te stellen. Zo kan bijvoorbeeld ingesteld worden of de labresultaten ook doorgezet moeten kunnen worden in het dossier en of er een ketenrapportage van het labresultaat aangemaakt moet kunnen worden. Op die manier kan er een uitgebreid of juist een eenvoudig proces ingericht worden,dat past bij de organisatie. Het proces zal altijd de volgorde doorlopen van de inrichtingsopties die hier vermeld staan.
Bovendien kan per stap in het proces aangegeven worden of dit automatisch moet gebeuren. Deze automatische verwerking vindt alleen plaats als alle gegevens daarvoor beschikbaar zijn. Zo wordt een bericht alleen automatisch aan een client gekoppeld als het BSN-nummer bij het bericht overeenkomt met een geverifieerd BSN bij een client, en als alle gegevens van het bericht en van de client met elkaar matchen.
Dit is de plek waar labels in te stellen zijn, zodat gebruikers deze kunnen koppelen aan individuele berichten. Er zijn verschillende typen waarvan sommigen een andere functie hebben dan enkel in Ons Ketenverkeer getoond te worden. Hieronder een overzicht:
Kopielabel : In Ons Administratie krijgt de bijlage van een Zorgdomein-kopiebericht standaard het label 'Kopie'. Dit is aan te passen door dit label aan te passen.
Tekstlabel : Deze labels zijn hier aan te maken en vrij te gebruiken voor gebruikers om aan berichten te koppelen.
Locatielabel : Deze labels zijn zowel hier aan te maken óf worden automatisch aangemaakt met de instelling 'Automatisch locatielabels aanmaken' op basis van de stad van de ontvanger. Deze labels zijn wederom vrij toe te wijzen aan berichten.
Administratief label : Dit is een speciaal soort label dat meegegeven wordt bij de upload van bijlagen naar Ons Administratie. Als er geen label is ingesteld voor een type bericht, dan gaat er enkel een label van het type bericht mee (bijv. 'Verwijzing'). Is er wél een label ingesteld, dan zal deze gebruikt worden.
De kleuren worden enkel in Ons Ketenverkeer gebruikt. Ons Administratie gebruikt enkel de tekst.
Team label (Cluster) : Dit type label wordt bepaald aan de hand van de HealthcareService eigenschap van Zorgdomein-berichten en wordt automatisch toegewezen. Dit type label wordt gebruikt voor autorisatie van ongekoppelde berichten om te beperken welke berichten een lid van een organisatorische eenheid te zien krijgt in de inbox.
Om een nieuw label aan te maken van het type 'Tekst' of 'Locatie' kan gebruik worden gemaakt van de knop Label toevoegen.
Om een bestaand label aan te passen, hoeft enkel op het label geklikt te worden en het bewerkscherm zal getoond worden.
Ons Ketenverkeer bevat ook de mogelijkheid om in bepaalde omstandigheden automatisch labels te maken en te koppelen, voor o.m. plaatsnaam, clusternaam (teamnaam) of het zorgproduct.
Opzet automatische labeling: Om een label aan een bericht te koppelen wordt bijvoorbeeld eerst het zorgproduct bepaald. Vervolgens wordt er gekeken of een dergelijk label al bestaat en wordt het bestaande label toegewezen. Wordt er geen bestaand label gevonden? Dan wordt er een nieuw label gemaakt en toegewezen. Dat betekent dus ook dat, wanneer er een locatie zoals Groenlo wordt aangepast naar Groenlo Nedap het label Groenlo in de toekomst niet gevonden wordt, waardoor er een nieuw label zal worden gemaakt bij nieuwe berichten.
Automatisch labelen bij Clusters: Door de clusternamen van Zorgdomein overeen te laten komen met de namen van teams in Ons Administratie de berichten in Ketenverkeer automatisch een tekstlabel met de juiste teamnaam (zoals opgegeven in het Zorgdomein cluster).